Homeopathische geneesmiddelen zijn gemaakt van natuurlijke substanties, in de basis plantaardig, dierlijk of mineraal.
Ze zijn door hun bereidingswijze en bij correct gebruik niet schadelijk voor de patiënt.
Deze middelen worden niet op dieren getest, wel op gezonde mensen (prooving). Homeopathie is door veel onderzoek en ervaring tot stand gekomen. Hahneman is de grondlegger van de Klassieke Homeopathie en heeft in zijn ‘Organon’ en ‘Chronische ziekten alles gedocumenteerd wat hij tijdens zijn leven heeft ontdekt en onderzocht. Klassiek homeopaten werken nauwkeurig volgens deze werkwijze en principes van Hahnemann.
Deze kenmerkende principes zijn:
- het gelijksoortigheids-principe: een stof die bij gezonde mensen bepaalde ziekteverschijnselen kan opwekken, kan soortgelijke verschijnselen bij zieke mensen juist genezen.
- Het bereiden van geneesmiddelen door middel van afwisselend verdunnen en schudden van de basisstof
- Het testen van werkstoffen op gezonde mensen
- Het uitgangspunt, dat ieder mens uniek is en daarom een individuele benadering en individuele middelen nodig heeft.
- Een holistische mensvisie: die gaat ervan uit, dat een mens niet moet worden opgesplitst in onderdelen, maar moet worden gezien als een eenheid van lichaam en geest, die in voortdurende wisselwerking met zijn omgeving is.
In de homeopathie staat de dynamis, de levenskracht, de vitaliteit van de mens centraal. Als de levenskracht in balans is kan het invloeden van buitenaf, zoals een besmetting, een trauma of een ingrijpende gebeurtenis aan. De levenskracht kan mogelijk even uit balans gebracht worden, maar kan daarna met een ‘gezonde’ reactiekracht de balans herstellen. Besmetting met virussen en bacteriën zorgen voor een reactie van je immuunsysteem, waardoor er afweerstoffen geproduceerd worden. Bij een goede vitaliteit zal het lichaam zonder hulp van buiten virussen, bacteriën en dergelijke ‘wegwerken’.
Is de levenskracht niet in balans, dan kunnen invloeden als een besmetting, trauma of heftige gebeurtenis tot gevolg hebben, dat er lichamelijke of psychische klachten optreden: dit kan eerst acuut zijn, maar op den duur chronische ziekten tot gevolg hebben.
Homeopathische middelen zijn in staat om de levenskracht – het zelf-genezend vermogen van een mens – te prikkelen, zodat die wordt aangezet om zichzelf te herstellen.
Daardoor verdwijnen de klachten en kan iemand psychisch en lichamelijk weer in balans komen. Levenskracht is niet te zien, te voelen of te meten, maar wel zien we in alles de werking ervan: ze zorgt ervoor dat het lichaam in stand wordt gehouden. Zonder dat je er iets aan hoeft te doen klopt je hart, wordt je lichaam op temperatuur gehouden, sterven er cellen af en worden er nieuwe gevormd. En een klein wondje groeit vanzelf weer dicht.
De homeopathie vanuit de Ziekteclassificatie bezien
Als u met een klacht bij de homeopaat komt, zal niet alleen die klacht behandeld worden. Bestrijd je alleen het symptoom, dat zal er vroeg of laat een andere klacht voor terugkomen, omdat de onderliggende oorzaak niet aangepakt is.

In de Ziekteclassificatie wordt het leven van de mens vergeleken met een bloem: het hart van de bloem staat voor de constitutie, de psora, : hoe iemand is gevormd, met bijvoorbeeld zijn karaktereigenschappen, gewoontes wat betreft slapen, voeding, en de bijzondere omstandigheden waarin klachten verbeteren of verergeren.
Deze constitutie wordt in de eerste instantie bij de geboorte meegegeven in de erfelijkheid, en verder gevormd door wat het leven brengt. Alles wat in het leven je vormt kun je in bloembladen rond de constitutie invullen.
Vanuit je constitutie reageer je op wat er in je leven gebeurt – dit kan zich uiten in klachten en ziektes – maar wat je meemaakt vormt je vervolgens ook weer en bepaalt vervolgens hoe iemand reageert op wat hij in zijn leven meemaakt –
Deze constitutie wordt omringd door bloembladen, die staan voor de verschillende invloeden en gebeurtenissen: er zijn invloeden van buitenaf (=exogeen: biografisch, epidemisch en iatrogeen, SOA’s) en invloeden van binnenuit (= endogeen: erfelijkheid).
De bloem bestaan uit de volgende bloembladen en het hart:
- 1. Biografisch
- 2. Acuut miasmathisch
- 3. Epidemisch
- 4. Iatrogeen
- 5. Erfelijk
- 6. Degeneratief
- 7. Soa’s
- 8. de Constitutie als het hart
- In het biografische blad zien we de gebeurtenissen die iemand in zijn leven heeft meegemaakt, vanaf de geboorte tot dit moment. “Kommer en kwel “, zoals Hahnemann dat noemde.
Heftige dingen in het leven kunnen iemand uit balans brengen. Dat geldt zowel voor emotionele en psychische gebeurtenissen, als voor fysieke problemen. Zij kunnen de onderliggende oorzaak vormen onder klachten die nu spelen, zelfs al zijn ze al lang geleden.
2. Deze klachten en ziektes tonen, dat je levenskracht uit balans is. Deze plaatsen we in het acuut-miasmatische blad. Dat zijn klachten die op dit moment spelen, als uiting van de gevoeligheid die door de constitutie bepaald wordt. Het kunnen acute klachten zijn, maar ook chronische ziekten. Zij zijn kort of langer geleden ontstaan en staan centraal in het leven van de patiënt.
3. In het epidemische bloemblad zien we alle infecties, die iemand heeft doorgemaakt, die kunnen heersen in een bevolking; hieronder vallen de kinderziekten, en bijvoorbeeld virusinfecties zoals bijvoorbeeld griep, corona of pfeiffer. Een feit is, dat niet iedereen ziek wordt van deze infecties: hoe sterker de levenskracht blijkt te zijn, hoe gezonder het afweersysteem van een mens is.
4. Een ander bloemblad is het iatrogene blad, hierin horen alcohol, drugs, roken, (be)straling en E-nummers in voeding, schadelijke chemische stoffen, te veel koffie, en medicatie – hieronder vallen ook vaccinaties, omdat daar hulpstoffen inzitten, die toxisch kunnen zijn.
Deze stoffen kunnen zelf ziekmakend zijn; maar het kan ook zo zijn, dat deze dingen iemand niet lijken te hinderen, en toch kunnen zorgen voor een blokkade, waardoor een behandeling niet aanslaat: dan is het nodig om eerst te ontgiften of te ontstoren, zodat de levenskracht weer vrij is om te reageren op de behandeling. Ook kan het zijn, dat er een ander beeld komt in de klachten, omdat die bv bijwerkingen zijn van (eerder in het leven gebruikte) reguliere medicatie.
5. Verder is er een blad voor erfelijkheid: de ziektes en aandoeningen uit het voorgeslacht beïnvloeden de constitutie en worden als gevoeligheden voor ziektes in dit leven duidelijk. Vaak zie je dan ook, dat klachten die iemand heeft, ook al voorkwamen bij ouders of grootouders. De aanleg hiervoor kan een blokkade vormen voor herstel. Dit is belangrijk om te weten, omdat hiervoor in de behandeling ook een middel gegeven wordt.
6. Is het ziekteproces al langer gaande en verder gevorderd, dan is het mogelijk, dat er organen minder goed functioneren of beschadigd zijn. Dit zetten we in het degeneratieve bloemblad. Hiervoor worden orgaanmiddelen, in de vorm van druppels bv, ingezet om een orgaan te ondersteunen, te herstellen, te stimuleren en op te bouwen voor zover dat nog mogelijk is.
7. Het laatste bloemblad is voor SOA’s: zelf doorgemaakte seksueel overdraagbare aandoeningen moeten als eerste behandeld worden, ook als ze met antibiotica bestreden zijn, omdat ze ook dan nog een grote energetisch verstorende invloed hebben op de levenskracht, en dus een onderliggende basis van ziekten kunnen zijn.
Tijdens het consult, en mogelijk nog aangevuld in latere consulten, worden de bloembladen van de Ziekteclassificatiebloem ingevuld met de gegevens die in het gesprek naar voren komen.
Deze bloem is de basis waarop de middelen die voorgeschreven worden, gekozen worden. Hierbij zal al gauw duidelijk worden, welk ‘blad’ het meest gevuld is – en dus gegroeid, en waar de eerste aandacht in de behandeling naar uit moet gaan.
8. Zijn de actuele klachten tot rust gebracht door de verschillende plantaardige of dierlijke middelen, en de belasting van de andere bladen behandeld – dat kan enige of langere tijd duren – dan wordt uiteindelijk gekeken naar het hart van de bloem – de constitutie: naar de mineralen die iemand gedurende langere tijd nodig heeft, om in de basis te genezen.
Het is een dynamisch proces, wat wisselend kan verlopen. Bij elke verandering in het genezingsproces zullen de middelen aangepast worden. Zijn er tijdens een behandeling er nieuwe gebeurtenissen / klachten/ ziekten, die in het leven kunnen optreden, dan kunnen die eerst weer behandeling nodig hebben, voor er verder herstel kan plaatsvinden.